Klik hier om te printen

Jan Cremer

Profiel

Achternaam: Cremer
Roepnaam: Jan
Geboren:20-04-1940
Te: Enschede
Pseudoniem(en): Voor zover mij bekend heeft Jan Cremer niet onder pseudoniem gepubliceerd.

Voor tweedehands boeken Ook van Jan Cremer
Raban Internet Antiquariaat Klik hier !

Werk

Poëzie

Proza

Brieven

Dagboeken

Toneel

Film

Vertalingen/bewerkingen

Vertaald:
I Jan Cremer Ich Jan Cremer

Jan Cremer schreef een inleiding voor

Bloemlezingen

Tonen

Tijdschriften

Over Jan Cremer

Hij Jan Cremer

Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)

Het lied van de ram

  • 'Ik Jan Cremer' stond op nr. 17 in de lijst van 'De 45 beste boeken uit de Nederlandse literatuur (1900-2012)' volgens Max Pam.
  • Veronika ter Harmsel Havlíková, 'Een doodlopende weg. Jan Cremers pornografische experiment' in 'Pornografie in de Nederlandse literatuur', redactie Joost van Driel en Rick Honings (2012)
  • Cremer: unseen eye: ik observeer en ben onzichtbaar (fotografie en tekst Jan Cremer) (2015)
  • Dick Matena verstripte 'Jan Cremer, de onverbiddelijke: biografische beeldroman' (vanaf 2017)
  • Jan Cremer leest 1 gedicht: 'Ode aan mijn geboortegrond I' op 'Dichters op vinyl: de Poëzieplaat van De Bezige Bij' (3lp) (2019)

    (Literaire) prijzen

    • Prozaprijs van de gemeente Amsterdam 1967 voor 'Ik, Jan Cremer. Tweede boek'
    • De Zwarte Roos 1967 (tweede prijs) voor het verhaal 'Sad story about a little rat' in de bundel 'Vandaag 13'
    • Belgische Staatsprijs voor de grafiek 1974

    De Stichting Jan Cremerfonds reikt de Jan Cremer-prijs uit. Een onderscheiding voor talentvolle, jonge kunstenaars.

    Opmerkingen

    • Jan Cremer werd geboren in Enschede. Zijn vader was smid, vertegenwordiger bij een technisch bedrijf en later reizend correspondent.
    • Jan Cremer is schilder en schrijver.
    • Jan Cremer verloor op jonge leeftijd zijn vader (in 1942). Zijn moeder was van Hongaarse afkomst.
    • Na de Tweede Wereldoorlog kreeg zijn moeder een woning in de wijk Pathmos toegewezen.
    • In 1954 ging Jan Cremer één jaar naar de ULO in Enschede. Daarna werkte hij o.a. als grondwerker, lasser en sjouwer.
    • Jan Cremer acteerde in 1957 met Kees Brusse en Annie de Lange (Toneelgroep Theater) in het stuk 'The Prince and the showgirl.
    • In 1958/1959 werkte Jan Cremer op de decorafdeling van de Haagsche Comedie.
    • Van 1958 tot 1962 woonde hij in Den Haag.
    • Jan Cremer studeerde aan de kunstacademies in Arnhem, Den Haag en Parijs (in 1959, met een schildersstudiebeurs).
    • Hendrik Koekoek van de Boerenpartij probeerde in de Tweede Kamer het werk van Jan Cremer te laten verbieden.
    • In 1964 ging Jan Cremer in Amerika wonen, afwisselend in new York en in Hollywood.
    • Jan Cremer trouwde in de jaeen '60 een paar keer; met Hester LeClerq, met Panchite de Peri en met Babette Sijmons. Hij heeft drie zoons en die dochters uit diverse huwelijken.
    • Eind jaren zestig, begin jaren zeventig verbleven veel Nederlandse auteurs, waaronder Jan Cremer, op Ibiza.
    • Hij veroorzaakte veel opschudding met zijn 'onverbiddelijke bestseller' 'Ik, Jan Cremer'. Dit boek is een gedeeltelijk verzonnen autobiografie met een sterke nadruk op seks en geweld. Het boek is tekenend voor de jaren zestig, wat betreft het verzet tegen de gevestigde orde en de maatschappelijke en zeelijke taboes.
    • Aan het eind van de jaren '70 woonde Jan Cremer langere tijd in Canada.
    • Jan Cremer werd op 28 november 2000 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
    • Jan Cremer richtte in oktober 2001 de stijlkamer van het Haags gemeentemuseum in, onder de titel: 'In Den Haag woont een barbaar'.
    • In Enschede wordt gewerkt aan een Cremer-museum in de wijk Roombeek.
    • Zijn zoon Cliff was marinier en vocht in 2000 voor de sensatie in de First Dutch Volunteer Init tegen de Serviërs. Cliff schreef er het boek 'Bomberjack' over.
    • Hans Sleutelaar werkt aan een biografie van Jan Cremer.

    Anderen over Jan Cremer

    • Nooit eerder had dit boek in ons land uit kunnen komen. Een purgeermiddel: nu het er is kunnen anderen zich de moeite besparen nog meer krachttermen en bonte erotische taferelen te bedenken. Het groenste gras is voor hun voeten weggemaaid. De rauwkost van Cremer ben je echter snel beu, zijn boek zou een aanmerkelijk sterkere indruk maken wanneer het tot de helft bekort was. Toch: hij is een bohémien, een echte. En dat klinkt door in zijn geschrift. Zelfs wanneer men alle fantasie, de wild-onmogelijke er aftrekt. Het ruwe accent dráagt het boek, maakt het tot een document. (Hans Warren over 'Ik Jan Cremer', Geheim dagboek 1963-1970, blz. 54, 03-06-1964)
    • Jan Cremer van 'Ik Jan Cremer', geboren in 1940, haalt in zijn onverbiddelijke bestseller aan het begin een paar schier prenatale jeugdherinneringen op en beschrijft zijn woeste vader, die in de bezetting zijn leven eindigde in een ziekenhuis. Ik citeer: 'Buiten de deur stond een gewapende Duitse soldaat en eentje van de veiligheidsdienst. Ze wilden hem ook ergens voor te pakken nemen, maar mochten niet met hem spreken op doktersadvies.'
      Ja, zó waren ze wel, die Duitsers. Ze arresteerden graag, maar als dokter zei: 'Meneer is niet wèl', gingen ze zo'n kamer natuurlijk niet binnen. Ook Jan Cremer blijft, of hij wil of niet, een jongen uit de welvaartsstaat, voor wie fatsoen iets volkomen vanzelfsprekends is. Hij kan zijn gruwelen niet langs de straat plukken maar moet ze zelf verzinnen. Daarom verhaalt hij ons van twee knapen die een heer zijn kop afslaan met een roestig Japans zwaard. Een aardig motief, voor wie het schrijven kan. Maar van de echte, authentieke gruwelen die op 5 mei eindelijk waren uitgebloed, snapt hij niets. (SimonCarmiggelt/Kronkel, Feest, Parool, 05-05-1964)
    • Bedankt nog, Jan

      'k Liep over 'n dijk. Langs een soort vaart. 't Was donker.
      Herfst. Stormachtig. Een dreiging in de lucht.
      Maar onbestemd. Soms floot ik zelfs een deuntje.
      Ik was naar iets belangrijks onderweg.

      Plots struikelde ik. Gleed 't water in. Ik greep me
      aan een zwart, glibberig houtblok vast. 't Bewoog,
      staarde me aan met felle varkensoogjes,
      en 'k zag dat 't het dier Behemoth was.

      Mijn gil verstikte. Maar, daar op de dijk,
      de karabijn al in de aanslag, torende
      Jan Cremer, als een beeld van 't Paaseiland.

      Hij knipoogde. Vuurde. Het monster zonk
      weg in de drabbig opkolkende diepte.
      'k Klauterde terug aan land. Bedankt nog, Jan.


      (C. Buddingh', De eerste zestig, blz. 11)
    • Het lijdt geen twijfel dat Jan Cremer kan schrijven en dat hij beseft waar zijn kracht schuilt, zoals een goed bokser dat weet. Zijn vuistslag is raak en stelt in één klap een heleboel boeken buiten gevecht. Aan de gevoelige, speelse, experimentele, virtuoze, intelligente literatoren de taak de schade te herstellen! (Adriaan Morriën in 1964 over 'Ik Jan Cremer', geciteerd in 'Het literair eeuwboek. Honderd jaar het boek van het jaar')
    • De Nederlandse taal is toch een schrijftaal gebaseerd op de statenvertaling van de bijbel uit 1637. Door Ik, Jan Cremer is de Nederlandse taal pas echt opengerukt: je kunt nu ook schijten, vrijen en zelfs neuken in het Nederlands. Dat is niet plat, dat is de taal volwaardig nemen. (Seth Gaaikema in: Coen Verbraak, Over het vak, blz. 140)
    • Het opmerkelijkste bericht dat met betrekking tot hem enkele dagbladen in het Oosten van het land haalde, was een verhaal van een achttienjarige jongen die op een onbewaakte spoorwegovergang ergens tussen Almelo en Hengelo een trein tot stilstand dwong. Hij had deze niet horen aankomen, zo verdiept was hij in Ik Jan Cremer II. (Johan Phaff in Jeroen Brouwers, Zachtjes knetteren de letteren, blz. 236)
    • Wat je veel hoort. Een maagd is een meisje dat harder kan rennen dan Jan Cremer kan rijden. (Gerrit Komrij, Eendagsvliegen, blz. 25)
    • Cremer schrikt niet terug voor bergen van afgerukte vrouwenborsten en voor tanks die de hoofden van ingegraven mannen platwalsen. De 'pornografie van het geweld', zegt men dan. Nooit wordt er door de schrijver enig mededogen met de slachtoffers getoond. Nooit? Ja, toch wel eens - wanneer het slachtoffer een dier is, wil alle hardheid wel ontdooien. Zo wordt er met veel sentiment geschreven over de straathonden, die het in de oorlog zo moeilijk hadden, over de dood van de zeug Bettie en een gekeelde geit. Ik vertrtouw dat sentiment niet zo erg: onder de bewakers van de Duitse concentratiekampen bevond zich menige dierenvriend, die net zo dol was op zijn hond als op zijn moeder. (Gerrit Jan Zwier over 'De Hunnen', in 'Denkwijze 298. Hoogte- en dieptepunten in de Nederlandse literatuur uit de jaren tachtig', blz. 56)
    • Juist de suggestie dat alles echt gebeurd was - iets waarmee Ik Jan Cremer zich onderscheidde van Jan Wolkers' seks- en geweldroman Kort Amerikaans (1962) - zorgde voor schandaal en hoge verkopen. Iedereen in Holland van vóór de seksuele revolutie bemoeide zich ermee, van minister-resident Cals ('Ik Jan Cremer vind ik van een afgrijselijke wreedheid') tot oppositieclown Boer Koekoek ("Het moet een geweldig smerig boek wezen') en van Clara Eggink ('Het druipt van bloed en sperma') tot Harry Mulisch (oefent aantrekkingskracht uit op arbeiders en kleinburgerlijke jongens'). Wat de criticasters uit het oog verloren, was dat Jan Cremer een dikke duim had en dat zijn boek in een lange traditie van controversiële schelmenromans stond. De zestiende-eeuwer Rabelais was ook niet altijd even fijnzinnig. En wat te denken van picareske romanciers als Daniel Defoe, Louis-Ferdinand Céline en niet te vergeten Günter Grass, die eind jaren vijftig zijn blikken trommel al met fantasierijke perversiteiten had volgestouwd? (Pieter Steinz, Het web van de wereldliteratuur. Welke 100 boeken hebben de literaire X-factor?, blz. 134/135)

    Mijn favoriete citaat

    Reeds als kleine jongen had ik de beschikking over een goed stel hersens,
    al gebruikte ik ze niet.
    Ik heb ze bewaard voor later.
    (Jan Cremer, Ik Jan Cremer & Ik Jan Cremer tweede boek, blz. 70)

    Bronnen o.a.

    • Paspoort voor de lezer. Nederlandse en Vlaamse auteurs van nu (1968)
    • Schrijvers van Bruna, fondslijst 1969/1970
    • Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur (1978)
    • Spectrum Nederlandstalige auteurs (1985)
    • Nederlandse literaire prijzen 1880-1985 (1986)
    • Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde (1986)
    • Oosthoek lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur (1996)
    • Kritisch lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945 (mei 1996)
    • Website van de Koninklijke Bibliotheek (mei 2019)
  • eXTReMe Tracker