Klik hier om te printen

François HaverSchmidt

Profiel

Achternaam: HaverSchmidt
Voornaam: François
Geboren: 14-02-1835 (Valentijsdag!)
Te: Leeuwarden
Overleden: 19-01-1894
Te: Schiedam
Pseudoniem(en): In zijn studententijd schreef hij onder het pseudoniem Piet Paaltjens 'Snikken en grimlachjes'. Hij schreef zijn achternaam zelf met een hoofdletter S - HaverSchmidt.

Als ik een bidder zie lopen,
Dan slaat mij 't hart zo blij.
Dan denk ik, hoe hij ook weldra
Uit bidden zal gaan voor mij.

(Piet Paaltjens)

Voor tweedehands boeken Ook van François HaverSchmidt
Raban Internet Antiquariaat Klik hier !

Werk

Poëzie


Kop borstbeeld in Leeuwarden

Proza

Dagboeken

Brieven

Vertalingen/bewerkingen

Vertaald:

François HaverSchmidt schreef een voorwoord voor

Bloemlezingen

Tonen

Tijdschriften

Over François HaverSchmidt

Diversen: (Zonder een schijn van volledigheid)

Opmerkingen

Anderen over François HaverSchmidt

Mijn favoriete citaat

Nog hoor ik hem (Piet Paaltjens) zeggen
- 't was in het Gangetje naast Hoogenstraten -:
"de gestalten, die mijn muze schiep,
zijn louter tot menschelijke gedaanten gestremde onregelmatigheden in mijn spijsvertering."

(Piet Paaltjens, Snikken en grimlachjes, blz. 11, Levensschets, F.H.)

Uit mijn weblog, 29-04-2009:

In Foudgum wandelden we over de terp (daar ben je gauw klaar mee) en rond de kerk. Voor de kerk staat een Piet Paaltjensmonument. Een groot opengeslagen boek, rustend op een gebroken hart. Op het boek (in het boek?) is een gedicht van Haverschmidt te lezen over zijn leven als jonge dominee (met witte das). Het staat niet in de 'Snikken en grimlachjes'.

       

Uit mijn weblog, 01-05-2009:

Vanochtend weer een uitgebreid en heerlijk ontbijt in de Piet Paaltjenspastorie. Er waren nu ook andere gasten, daarom zaten we aan een andere tafel, onder een schilderij van de pastorie, in 2005 gemaakt door een vriendin van onze gastvrouw.

     

We zijn gisterenmiddag Hendrikje Zuidema, de oud-koster van het kerkje van Foudgum, misgelopen. Daarom belden we na het ontbijt bij haar aan om te vragen of ze nu tijd had ons het kerkje te laten zien. Ik vrees dat we haar uit bed belden, maar ze kwam even later naar buiten en vertelde enthousiast over het kerkje, over François Haverschmidt en over haar ervaringen als koster. Het is duidelijk dat ze dit werk vijfentwintig jaar met hart en ziel heeft gedaan. De kerk is verkocht aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken en die stichting werkt alleen met vrijwilligers (wat ook wel te begrijpen is). Ze kreeg dus twee jaar geleden haar ontslag als koster en het lijkt erop dat er meer wrevel zit over de manier waarop dat gegaan is dan over het ontslag zelf. Ze komt wel weer in het kerkje om mensen over Haverschmidt te vertellen en ook bij begrafenissen is ze weer aanwezig, maar ze heeft het sinds haar ontslag nog niet kunnen opbrengen om weer een kerkdienst bij te wonen. Aan haar geloof ligt dat niet, uit het gesprek blijkt dat dat ongebroken en rotsvast is. Met stralende ogen vertelt ze over de mooie momenten in de vroege zaterdagavond, als ze naar het kerkje ging om met een krijtje de te zingen psalmen en gezangen op de bordjes te schrijven (de dienstdoende dominee had die dan telefonisch doorgegeven). Als ze zo met de bordjes in een bankje zat en er in de totale stilte de psalmen op noteerde, voelde ze Gods aanwezigheid.

     

 De preekstoel waar ooit Haverschmidt stond

 Psalmenbordje en foto's van Haverschmidt

 Nu staat er boven een orgel

In het kerkje staat nu een orgel, maar dat was er nog niet in Haverschmidts tijd. Toen werd er gewerkt met een voorzanger. Dat was een baantje voor de toenmalige koster, die ook nog eens schoolmeester en veldwachter was. Een beste schoolmeester was hij trouwens niet. Het is bekend dat François Haverschmidt de dorpsjeugd de tafels van vermenigvuldiging leerde, omdat de schoolmeester die kunst niet verstond. Dominee Haverschmidt beloonde het opzeggen van de tafels met kersen uit de tuin van de pastorie. De dominee zat in de boom, terwijl de jongens eronder de tafels stonden op te zeggen. Het schooltje was aan de kosterswoning vastgebouwd en is nog steeds als zodanig te herkennen. Het deed ook dienst als ruimte voor catechesatie, voor vergaderingen van het kerkbestuur en voor bijeenkomsten van de plattelandsvrouwen.


Kosterswoning (voor) en het 'lokaaltje' (aan deze kant)


Waar nu het orgel staat, zat ook eens een kerkbestuurder uit een andere plaats. Die kwam een dienst van dominee Haverschmidt bijwonen om te bezien of hij misschien een dominee voor zijn gemeente zou kunnen zijn. Al na heel korte tijd stampte deze man op zijn klompen het trapje weer af. Hij had het al gezien. Op de bordjes stonden alleen gezangen genoteerd en géén psalmen. Zo'n 'lichte' dominee was niet geschikt voor zijn gemeente.

     

 Vitrines en lelijke stoelen in de kerk

 Lidy en Hendrikje in het middenpad

 Graven van vroegere dominees in het middenpad

In het kerkje staan nu enkele vitrines met boeken van en over Piet Paaltjens. Ze staan vooraan in de kerk, waar men enkele houten banken heeft gesloopt. Daarvoor in de plaats zijn losse stoelen neergezet. Die zitten misschien iets zachter, maar het is geen gezicht. Zo haal je de ziel uit het gebouw (en dat is religieus gezien een zwaar verlies). Als het om het makkelijker zitten gaat, leg dan kussens in de banken o.i.d.! Ik heb dat ook in het gastenboek geschreven: "Sloop de banken er niet uit!"
Ik vroeg Hendrikje of ze het boekje dat over haar gaat wilde signeren. Ze heeft het wel niet zelf geschreven, maar het is wel háár verhaal.

Piet Paaltjens

Aan Rika

Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in en sneltrein, die den trein
Waar ik mee reed passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.

En toch, zij duurde lang genoeg, om mij
Het eindloos levenspad met fletsen lach
Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.

Waarom ook hebt gij van dat blonde haar,
Daar de englen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe oogen, wonderdiep en klaar?
Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan!

En waarom mij dan zoo voorbijgesneld,
En niet, als ’t weerlicht, ’t rijtuig opgerukt,
En om mijn hals uw armen vastgekneld,
En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?

Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
Maar, RIKA, wat kon zaalger voor mij zijn,
Dan, onder helsch geratel en gestamp,
Met u verplet te worden door één trein?

Drs. P

Antwoord aan Paaltjens

Uw minnedicht bevalt mij niet. Verdwijn,
Mijnheer! het is wellicht de kolendamp,
Die schade heeft berokkend aan uw brein..
Of anders uw studentengeslampamp.

De inhoud van uw fantasieproduct,
Mijnheer, heeft mij afgrijselijk ontsteld.
Daarom, ik zeg het u onopgesmukt,
Wil ik u niet ontmoeten, voor geen geld!

Ik wensch niet weer te hooren van uw plan,
Dat onwelvoeglijk is, en vol gevaar.
Ge noemt uzelven een ontwikkeld man?
Ik heet u woesteling en moordenaar!

Hier treed wel overtuigend aan den dag,
Hoezeer de studie (of de ‘poëzij’)
Terstond het menschelijk fatsoen vermag
Te doen verkeeren in een woestenij.

Met u verplet te worden door een trein?
Ik hoop, dat uw dolzinnigheid bedaart
Door sober leven, goede medicijn
En ook wat minder dichten uiteraard.

Bronnen o.a.

eXTReMe Tracker